Er woedt een zware strijd om de stad Mensenziel. Velen delven het onderspit…

“De goede, oude edelman, mijnheer Consciëntie, werd wel tweemaal terneder geslagen door een der Diabolisten, met name mijnheer Verdoving. En de heer Verstand was ook bijna nedergeworpen met een handbus, maar die er mede schoot, kon niet al te wel mikken.

Evenwel de andere kant kwam er ook niet heelhuids af; daar was Korzelhoofd, een Diabolist, wie de hersenen werden ingeslagen, door een mijnheer Gemoed, een dienaar van de heer Wil; het doet mij nog lachen, als ik denk hoe men de oude Vooroordeel zag stoten en om en om rollen in het slijk. En schoon hij een poos geleden tot kapitein was aangesteld over een compagnie Diabolisten (tot schade en nadeel van de stad), zo hadden ze hem echter nu gans onder de voet gekregen, en enigen van des heren Verstands partij hadden hem de kop gekloofd.

Heer Neutraal kwam er ook niet best af; deze was in het oproer een aanzienlijk man geworden, maar thans waren beide kanten tegen hem, omdat hij aan niemand getrouw was; zij hadden hem om zijn trotsheid een been aan stukken geslagen, en die het gedaan had, wenste wel, dat het zijn nek geweest was. Veel schade was er nog meer aan weerszijden, maar deze lieden moesten in het bijzonder genoemd worden.

Nu moest men zich verwonderen over de heer Wil, hoe onverschillig hij zich wist te houden; hij scheen het nu niet meer met de een te houden, dan met de ander; alleen merkte men, dat hij bij zichzelf lachte, toen hij de oude Vooroordeel zo hol over bol in de modder zag rollen, en dat hem weinig ter harte ging, toen kapitein Neutraal bij hem aan kwam strompelen.”

– uit “De Heilige Oorlog” van J. Bunyan. Uitg. J.J. Groen – Leiden. Oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd in 1682.